Veelvoorkomende computercriminaliteit
Cybercrime, ook wel computercriminaliteit genoemd, is een veelomvattend begrip. Als algemene definitie geldt: misdrijven waarbij er gebruik wordt gemaakt van of waarbij het doelwit informatie- en communicatietechnologie is. Veelvoorkomende delicten zijn: hacken (computervredebreuk), internetoplichting, phishing, heling van digitale gegevens, bezit van kinderpornografie, sexting en ‘grooming. Hieronder wordt voor ieder van deze feiten uitgelegd wat daar verder onder kan worden verstaan.
Hacken
Hacken is het opzettelijk en zonder toestemming binnendringen in andermans computer of een ander geautomatiseerd werk. Onder een geautomatiseerd werk kan van alles en nog wat worden verstaan: een mailaccount, een iCloudaccount, een router, een modem, etc. In Nederland is hacken, ook wel computervredebreuk, strafbaar gesteld in artikel 138ab van het Wetboek van Strafrecht. Het binnendringen kan met verschillende bedoelingen gebeuren. Er zijn hackers die met goede bedoelingen een computer binnendringen om zwakke plekken in de beveiliging te ontdekken. Zij worden ook wel ethische hackers genoemd. Onder bepaalde, uitzonderlijke omstandigheden is ethisch hacken niet strafbaar. Maar er zijn ook hackers die met kwade bedoelingen binnendringen om gegevens te kopiëren of over te nemen. Het komt ook voor dat die gegevens vervolgens ook worden gebruikt, bijvoorbeeld om iemand mee afpersen of de gegevens openbaar te maken. Die vervolgstappen kunnen dan ook afzonderlijk strafbaar zijn. Wordt er bijvoorbeeld naaktfoto’s of intiem beeldmateriaal bij een hack buit gemaakt en op internet geplaatst dan kan sprake zijn van smaad, laster of belediging.
Phishing
Phishing is een vorm van internetfraude. Door middel van valse e-mails, die (soms) bijna niet van echt zijn te onderscheiden, proberen personen achter bepaalde bank- of betaalgegevens te komen. Dit is in Nederland strafbaar gesteld in het Wetboek van Strafrecht als artikel 326 (oplichting) of artikel 225 (valsheid in geschrifte).
Internetoplichting (Marktplaatsoplichting)
Internetoplichting is een oud misdrijf in een nieuw jasje. Oplichting is het misleiden van iemand om zo een goed of geld af te geven. Bij internetoplichting vindt dit plaats via de digitale weg, op het internet. Op internetmarktplaatsen als Marktplaats.nl of Speurders.nl worden door een verkoper (onder een valse naam) spullen te koop aangeboden en wordt de koper overgehaald om alvast geld over te maken. De spullen worden vervolgens nooit geleverd. Internetoplichting is misschien wel het meest voorkomende digitale delict.
Heling van digitale gegevens
Op grond van de wet Computercriminaliteit III is per 1 maart 2019 het helen van digitale gegevens strafbaar gesteld in het Wetboek van Strafrecht onder artikel 139g. Iemand die dan digitale gegevens in bezit krijgt of heeft en op de hoogte is dat het van een misdrijf afkomstig is, kan hiervoor een gevangenisstraf krijgen van maximaal 1 jaar. Het kan dan gaan om bank- of betaalgegevens of andere inloggegevens.
Kinderporno
Het bezitten, verspreiden en aanbieden van afbeeldingen waarop een persoon te zien is die de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt in een seksueel getinte positie is strafbaar (artikel 240b Sr). Gewone huis-, tuin- en keukenkiekjes van een spelend naakt kind in bad of op het strand vallen niet onder de strafbaarstelling. Het moet gaan om een seksueel prikkelende houding of gedraging die op beeld is vastgelegd. De wetgever vindt bezit van kinderporno zo’n ernstig feit dat je bij een veroordeling voor het hebben van kinderporno in principe geen taakstraf, maar een gevangenisstraf opgelegd moet krijgen. Het zogeheten taakstrafverbod is voor dit delict van toepassing.
Sexting
Sexting is een relatief jong en veelvoorkomend fenomeen. Daarvan spreken we als minderjarigen onderling (vrijwillig) seksueel getint beeldmateriaal via WhatsApp of social media als Snapchat of Instagram uitwisselen. Het in het bezit hebben van kinderpornografisch beeldmateriaal en ook het (openbaar) maken en verspreiden daarvan is strafbaar gesteld in artikel 240b van het Wetboek van Strafrecht. Dat wetsartikel bestaat al langer en bij de invoering van deze strafbaarstelling heeft de wetgever vooral de situatie dat een volwassene seksueel getint beeldmateriaal van een minderjarige in het bezit heeft voor ogen gehad. Bij het vrijwillig uitwisselen van naaktbeelden tussen minderjarigen onderling is sprake van een hele andere situatie. Het Openbaar Ministerie vervolgt in dit soort gevallen in principe alleen als er (al dan niet uit wraak) beeldmateriaal tegen de wil van het slachtoffer openbaar is gemaakt.
Sextortion
Dit is het afpersen van een slachtoffer met naaktfoto’s of video’s van zichzelf. Dat beeldmateriaal is dan vaak verkregen tijdens chats of ander contact via social media tussen de verdachte en het slachtoffer. Is eenmaal vrijwillig naaktmateriaal verstrekt door het slachtoffer, worden deze foto’s of video’s als drukmiddel gebruikt om meer voor elkaar te krijgen. Het kan zijn dat het slachtoffer wordt gevraagd om nog meer seksueel getint beeldmateriaal te maken en op te sturen of om geld te betalen aan de verdachte. Sextortion is (nog) niet apart strafbaar gesteld in Nederland en wordt vaak als een specifieke, digitale vorm van oplichting (art. 326 Sr) gezien.
Grooming
Grooming is het door een pedofiel ongewenst benaderen van en contact leggen met kinderen via internet met als uiteindelijke doel seksueel contact of seksuele handelingen met hen te plegen. Dit laatste wordt vaak bewerkstelligd door middel van het opbouwen van een vertrouwensrelatie met het kind. Grooming is strafbaar gesteld in artikel 248e in het Wetboek van Strafrecht. Met de komst van de Wet Computercriminaliteit III is de strafbaarstelling van grooming per 1 maart 2019 nog verruimd. Het slachtoffer hoeft sindsdien niet eens daadwerkelijk minderjarig te zijn geweest. Als de verdachte in de veronderstelling verkeerde dat de virtuele persoon met wie contact is gelegd en die tot een ontmoeting in real life is aangemoedigd, is dat al strafbaar. Voor de politie heeft deze wetswijziging het ook mogelijk gemaakt om een zogenaamde ‘lokpuber’ in te zetten bij de opsporing van grooming.